Er zijn verschillende tijdloze duetten geweest die een blijvende indruk achterlaten. Of het nu Tom Petty en Stevie Nicks, Americana darlings Buddy en Julie Miller of wijlen Gram Parsons en Emmylou Harris zijn, er schuilt iets ongrijpbaars in hun duetten dat betoverend is. Nu heeft de uit Sterling, Virginia afkomstige muzikant Drew Gibson ‘Burning Horses’ gecreëerd, een prachtige nieuwe single met Maddi Mae, te vinden op Gibsons charmante nieuwe album Burning Horses.
Gibson zegt dat de single is geïnspireerd door het kijken naar de samenvatting van een aflevering van Lord of the Rings: Rings of Power en een nogal verrassend, zenuwslopend beeld. “Het vertegenwoordigt de zware machine van de industrialisatie”, zegt Gibson over de ontstaansgeschiedenis van het lied. “Er was een scène in de Amazon Prime-show, The Rings of Power. En in de scène stond een paard in brand, dat wegrende. Ik keek naar een uitsplitsing van de aflevering op een YouTube-kanaal en de commentator noemde het brandende paard , en hoe (auteur J.R.R.) Tolkien tegen industrialisatie was. Het klikte met mij. Daar kreeg ik het idee voor het albumthema, de albumtitel en het titelnummer.
“Burning Horses”, geschreven door Gibson, opent met accordeon met dank aan Brian Simms voordat het ruige, rootsy juweeltje centraal staat. Zowel Gibson als Mae zingen samen het openingsvers, en het is gewoon magisch en doet denken aan het iconische Petty/Nicks-duet ‘Stop Draggin’ My Heart Around’. Vroeg de groove vinden terwijl Mae zorgt voor beklijvende achtergrondzang in de buurt van de homestretch, bassist Kevin De Souza en drummer Ben Tufts zitten meteen in de spreekwoordelijke zak terwijl pedal steel gitarist Dave Hadley “Burning Horses” perfect accentueert. Gibsons elektrische gitaar- en synthwerk is soms subtiel, maar komt naar voren wanneer dat nodig is. Hoewel bijna niets te vergelijken is met de Parson/Harris-klassieker ‘Love Hurts’, zit dit nummer zeker in de marge.
“Burning Horses” is het titelnummer van Gibsons vijfde studioalbum, waar vier jaar aan werd gewerkt. Zoals de meeste muzikanten besteedde Gibson een groot deel van de pandemische jaren aan nieuw materiaal, dat zijn weg vond naar Burning Horses. “Ik heb veel van de gitaren, keyboards, synths, wat bas en pedal steel opgenomen in mijn thuisstudio”, zegt Gibson. “Het begon zo vanwege Covid. Vroeger nam ik hier en daar een gitaarsolo, maar ik gaf de kans vooral aan mijn pedal steel-speler, Dave Hadley, of toetsenist, Brian Simms. Deze keer zei ik tegen mezelf: , ‘Weet je wat? Ik moet meer doen. Ik kan meer.’ Dus dat deed ik.”
Gibson zegt ook dat het creatieve proces van het album opzettelijk begon in zijn kelderstudio. En terwijl de wereld en het dagelijks leven enorme herstructureringen ondergingen, hunkerde Gibson naar eenvoudiger tijden. “Alles is nu zo verbonden, zo technologiegedreven en in zekere zin zo hectisch”, zegt hij. “Ik mis de simpele dagen van fietsen door het bos, naar een platenwinkel gaan en meer tijd doorbrengen met familie. In sommige opzichten heb ik het gevoel dat ik op een andere planeet ben, en heb ik heimwee naar die meer romantische tijd. Dat is waar dit album over gaat.
Burning Horses, gecoproduceerd door Gibson en Marco Delmar (die ook het album mixten en co-engineerden) en uitgebracht op Cragmont Records, bevat 10 nummers, waarvan er negen geschreven zijn door Gibson en Paul Curreri. Gibson’s gitaarstijl doet soms denken aan Mark Knopfler op de rootsrocknummers “What Good Friends We Were” en “From Our Front Porch”, wat ook aan Ray LaMontagne doet denken.
Op andere momenten is Gibson net zo sensationeel, vooral als het gaat om de ingewikkelde, Bruce Cockburn-achtige vingerplukjes op ‘How The Border Town Was Born’ en ‘Low Country, High Wire’, de laatste is weer een ballad die Mae doet tintelen, kippenvel-opwekkende grootheid. Alsof dat nog niet genoeg is, klinkt het afsluitende filmische instrumentale ‘The Long Good Night: Part II’ als een mystieke, elegante fusie van Pink Floyd-gitarist David Gilmour en Daniel Lanois.
Burning Horses, waar ook bassist Jon Nazdin en drummer Eric Selby deel van uitmaken, werd opgenomen in Sterling, Virginia’s Letterbox Studio, de Recording Arts in Arlington, Virginia en Ivakota Studios in Washington, D.C. Gibson, Delmar, Tufts en Ben Green dienden als co-engineers terwijl Mike Monseur van Axis Audio in Nashville de plaat produceerden.
Het studioalbum is Gibsons vijfde na zijn debuut Letterbox uit 2007, The Southern Draw uit 2011, 1532 uit 2015 en Shipbuilder uit 2019. Zijn veelgeprezen discografie is besproken in bekende publicaties als USA Today, No Depression en The Washington Post. Hij treedt ook op in zalen als The Birchmere in Alexandria, Virgina.
Nu met een nieuw studioalbum en de eerste single ‘Burning Horses’, is Drew Gibson klaar om de massa een spannend, elitair niveau van rootsrock en Americana te bieden. Het is een kenmerkende single van wat zeker een kenmerkend album zal worden.